Het was inmiddels september 1943. Na omzwervingen door België, Frankrijk en de Pyreneeën was Ben Buunk in Madrid aangekomen. Hij had zijn intrek genomen in Hotel Mora. Ben en zijn reisgezel Philips hadden van de gelegenheid gebruik gemaakt om bij...
Lees meer
Het was inmiddels september 1943. Na omzwervingen door België, Frankrijk en de Pyreneeën was Ben Buunk in Madrid aangekomen. Hij had zijn intrek genomen in Hotel Mora. Ben en zijn reisgezel Philips hadden van de gelegenheid gebruik gemaakt om bij te komen van de enerverende en gevaarlijke tocht door de Pyreneeën.De rustpauze van de twee vluchtelingen had maar kort geduurd. Na een verblijf van enkele dagen had het noodlot toe geslagen. Bij een zoekactie in hun hotel waren ze door de Spaanse Guardia Civil gearresteerd. Tijdens het verhoor op het politiebureau hadden ze aan de commandant van de Guardia Civil verteld dat ze politieke vluchtelingen waren. De commandant had daar geen boodschap aan gehad. Ben had hem gevraagd of hij hen had willen doorsturen naar de Nederlandse Ambassade in Madrid. De commandant was onvermurwbaar. Hij had hun verzoek niet in behandeling willen nemen. Van hogerhand had hij de opdracht gekregen om vluchtelingen die Spanje, illegaal waren binnengekomen, af te leveren in Miranda de Ebro in Burgos.Ben en zijn reisgezel waren met een politiewagen van de Guardia Civil naar de provincie Burgos gebracht. In een vluchtelingenkamp in Miranda de Ebro waren ze opgesloten. Het was een kamp waarin ongewenste vreemdelingen die Spanje illegaal waren binnen gekomen waren opgesloten. Ben had van geluk mogen spreken. Een paar maanden daarvoor had Generaal Franco de politieke vluchtelingen onmiddellijk aan de Duitsers uitgeleverd. Op het moment dat Franco had ingezien dat de Duitsers de oorlog hadden verloren, had hij zijn beleid gewijzigd. Als gevolg van deze politieke koerswijziging waren vanaf eind 1943 de Engelandvaarders tijdelijk in het “Campo de Extranjeros” in Miranda de Ebro opgesloten.Nadat Ben in het kamp was aangekomen was hij kaal geschoren. Het was om de hoofdluis te bestrijden. Het gros van de gevangenen was gekleed in vodden. Het grootste gedeelte had erbij gelopen als landlopers. Sanitair was er nauwelijks. De hygiëne had een lage prioriteit gehad. De gevangenen hadden de beschikking gehad over twee kranen met koud stromend water. Als gevolg van de slechte hygiënische omstandigheden hadden de gevangenen onder de wandluizen gezeten. Na een paar maanden hadden de Spanjaarden zelfs de grootste praatjesmakers stil gekregen. Zelfs atletisch gebouwde kerels met een energieke uitstraling waren na een tijdje mentaal gebroken. Met de dag waren de gevangenen geestelijk afgetakeld. Dankzij de sociale controle van de lotgenoten, die al langer onder deze omstandigheden hadden geleefd, waren ze op de been gebleven.In het kamp had elke barak een leider gehad. Het was meestal een uit de kluiten gewassen gevangene die door de staf van het kamp was aangewezen. De leider van de barak had de taak gehad om de orde te bewaren en de zaak in de gaten te houden. In het geval er in de barak ongeregeldheden waren uitgebroken dan had de leider dat aan de kampleiding moeten melden. Door de kampleiding was ook iemand aangewezen als nachtwaker. De nachtwaker had er voor moeten zorgen dat de gevangenen elkaar niet tijdens de nachtrust hadden bestolen. De nachtwaker had ervoor moeten zorgen dat niemand van de gevangenen tijdens de nacht de benen had genomen.De leiding van het kamp had de gevangenen steeds op het hart gedrukt, dat ze het verblijf in het kamp niet als straf hadden moeten zien. Het kamp was een tijdelijke opvang voor ongewenste en illegale vreemdelingen. Ze hadden in vrijheidsbeperking gezeten omdat ze het land niet hadden mogen verlaten. Gevangenen met geld hadden een voorkeursbehandeling gekregen. Het was toegestaan om uit het dorp Miranda eten te laten halen. Er had zelfs een mogelijkheid bestaan om vrouwelijk gezelschap op te laten draven. Het waren jonge boerinnen, uit het naburige Miranda, die voor een kleine vergoeding hun diensten hadden aangeboden. Om van dit voorrecht gebruik te kunnen maken had men de kampleiding om moeten kopen.De gevangenen waren in de gelegenheid gesteld om vanuit het kamp post te verzenden. Ben had regelmatig brieven gestuurd naar mijn broer Herman in Kortrijk. Herman had ervoor gezorgd dat de brieven bij zijn echtgenote en bij zijn familie in Dordrecht waren afgeleverd. Ben en zijn familie hadden er rekening mee gehouden dat de brieven door de Spaanse politie en door de Duitsers waren gecensureerd. Vandaar dat was afgesproken om tijdens de briefwisseling de woorden met zorg te kiezen.Begin oktober 1943 had Ben van zijn broer Herman een brief ontvangen. In die brief had Herman geschreven dat Corry, de echtgenote van Ben, in blijde verwachting was. Ben was blij met het bericht. In de brief die hij aan zijn vrouw had geschreven had hij haar voorgesteld om hun toekomstige zoon Benny te noemen, want voor hem had het vastgestaan dat ze een zoon hadden gekregen.Ben was super trots op mijn naderend vaderschap. Met het vaderschap in het vooruitzicht was hij dubbel gemotiveerd om samen met de Geallieerden de Duitse Bezetter uit zijn land te jagen. Ben had de verantwoordelijkheid voor het naderende vaderschap gevoeld. Toch had hij er geen moment over nagedacht om zijn missie te beëindigen. Ben had zijn beste krachten willen geven aan de bevrijding van zijn land. Ben had mijn zoon een goede toekomst willen bieden. Een toekomst in een soeverein land en niet onder het juk van de Duitsers. Na alle ontberingen die Ben had meegemaakt, had hij zich voorgenomen om op de ingeslagen weg verder te gaan. Ben had geen twijfels gehad. Hij was er vast van overtuigd dat hij, na het succesvol volbrengen van zijn missie, zijn zoon in zijn armen had kunnen sluiten.Na een verblijf van een paar maanden in het “Campo de Extranjeros” in Miranda de Ebro waren de Nederlandse gevangenen met behulp van de Nederlandse Consul in Madrid op bepaalde voorwaarden vrij gelaten. Ze hadden hun erewoord moeten geven dat ze niet zonder toestemming van de autoriteiten het land hadden verlaten. Na ontslag uit gevangenschap had Ben zijn intrek genomen in het “Grandes Hoteles Internacional” in Madrid. “Internacional” was een groot hotel met ruim 100 kamers. In het hotel waren alleen Engelandvaarders ondergebracht.Philips, de reisgezel van Ben, was op zoek gegaan naar mensen die hem bij een vliegtuigmaatschappij aan het werk hadden kunnen helpen. Hij was geen Engelandvaarder, vandaar dat hij in een ander hotel was ondergebracht. In “Internacional” had Ben een aantal mensen ontmoet waarmee hij in Burgos gevangen had gezeten. In het relatief veilige Madrid hadden de grootste praatjesmakers onder hen weer praatjes gekregen. Ze hadden van hun laatste geld nieuwe kleding gekocht. Daarna hadden ze zich in het mondaine Madrid als jonge dandy's gedragen.Al snel was Ben erachter gekomen dat de mensen op de Nederlandse Ambassade niet van plan waren om hem verder te helpen. Met de belofte om een uitreisvisum te verzorgen was hij door de Consul aan het lijntje gehouden. Het personeel op de ambassade had blijk gegeven van een beschamende onverschilligheid. Het was hem duidelijk dat de leden van de Ambassade geen ruzie met de Spaanse autoriteiten hadden willen krijgen. Ben had de indruk gekregen dat het hem niet was gelukt om langs deze route naar Engeland te reizen. Op het moment dat Ben de moed al bijna had opgegeven had hij op 8 november 1943 van de Nederlandse Consul een uitreisvisum gekregen.Vanuit Spanje had Ben zijn vrouw regelmatig brieven gestuurd. De brieven hadden een tweeledig doel gediend. Enerzijds had hij geprobeerd om haar op de hoogte te houden van zijn poging om Engeland te bereiken. Anderzijds had hij geprobeerd om haar, in haar toestand, een hart onder de riem te steken.In hotel “Internacional” had Ben, Andries Ausems leren kennen. Ausems had voor de oorlog als werktuigbouwkundige bij Fokker gewerkt. Hij was in het verzet gegaan. Hij had nauw met Jan Thijssen, de leider van de Raad van Verzet, samen gewerkt. Ausems was door Thijssen, met een speciale boodschap, naar de Nederlandse regering in Londen gestuurd. Het was gebleken dat ze nagenoeg via dezelfde vluchtroute naar Madrid waren gereisd. Ausems was enige tijd later dan Ben in Madrid aangekomen. Ausems had het geluk gehad dat een verblijf in het kamp in Burgos hem bespaard was gebleven.Op 5 december 1943 was ten huize van de Nederlandse Gezant in Madrid het Sint-Nicolaas gevierd. Tijdens het feest had Ben Jan Somer ontmoet. Somer was inmiddels bevorderd tot majoor en hij was het hoofd van het Bureau Inlichtingen geworden. Somer en Ben hadden in Breda voor de Ordedienst illegaal werk verricht. Daarnaast hadden ze elkaar gekend vanuit hun diensttijd in Breda. Het had de beide mannen goed gedaan om elkaar weer te ontmoeten.Omdat de toevoer van Engelandvaarders vanuit Spanje had gestagneerd was er in Londen een tekort aan geheim agenten ontstaan. Somer had Ben naar zijn plannen gevraagd. Hij had Ben gepolst of hij er iets voor had gevoeld, om in Londen, een opleiding bij de inlichtingendienst te volgen. Hij had Ben in overweging gegeven om er over na te denken.Ook Ausems had een gesprek met Somer gehad. Zijn boodschap voor de Nederlandse autoriteiten in Londen was kennelijk zo belangrijk dat Somer hem had aangeboden om met hem mee naar Londen terug te reizen. Een paar dagen later had Ben van Somer het bericht gekregen dat hij tot de uitverkorenen had behoord, die zich in Londen, bij het hoofd van het Bureau Inlichtingen, hadden mogen melden.Op 10 december 1944 was Philips, de reisgezel van Ben, naar Lissabon vertrokken. Hij was bij de KLM, in zijn vroegere functie van boordmecanicien, aangenomen. Hij was gaan vliegen op de lijn Lissabon-Londen. Medio december 1944 was Ausems samen met Somer uit Madrid naar Londen gereisd. Kort daarna had Ben de beschikking gekregen over een doorreis visum. Na een lange treinreis had Ben de Portugese kust bereikt. In het begin van januari 1944 was Ben in Lissabon aangekomen. Vanaf Lissabon was Ben, met de hulp van zijn reisgezel Philips, als verstekeling aan boord van een oude Douglas van de KLM, naar Londen gevlogen. Op 19 januari 1945 had Ben vaste voet op Engelse bodem gezet. Na rondzwervingen door België, Frankrijk, Spanje en Portugal had Ben eindelijk mijn reisdoel bereikt.
Sluiten